Twee mannen te voet van Knokke naar Borkum
Voorjaar 2019 wandelden wij in drie weken langs het hele Nederlandse strand,
van Cadzand via de Waddeneilanden tot aan Rottumeroog. Ruim 350 kilometer,
of eigenlijk iets meer, want we plakten er nog twee eindjes aan vast: beginnen in
Knokke en eindigen op Borkum, het eerste Duitse Waddeneiland. Zo wilden we
ons ook rekenschap geven van het 'typisch Nederlandse' van ons strandgevoel.
Strandwandelen doen we immers allemaal in Nederland. Ons strand is wijd en
imposant, je kunt er ver kijken en vooruit plannen. Ons strand lijkt op ons.
Die onafzienbaarheid schept ook ruimte, dat weet iedereen die aan het strand
gaat uitwaaien. Ruimte voor verlangens, fantasieën en opborrelende vragen.
Waar komt die liefde voor dat 'uitwaaien' eigenlijk vandaan? Hoe zit het met
de uitwaaimode? En waar ligt precies het hondenuitlaatomkeerpunt?
We staarden naar onze strandgenoten, naar de horizon, naar de bewegingen van
zand en schuim. Iedere ochtend waren we opgelucht als we terug waren bij de
kust en die inkeping in de duinen weer zagen opduiken — die V-vorm waarvan
het onderste deel zich vult met een helderblauwe streep naarmate je omhoog-
ploetert door het rulle zand. De V van verwachting is dat. En van vrijheid.